Bewonersgeschiedenis de Krabbe

De Krabbe _ Beuningen

Het Twente van het jaar 1601 zuchtte zwaar onder de omstandigheden van de Tachtigjarige oorlog. Deze duurde van 1568 tot 1648. Veel boerderijen op het platteland werden niet bewoond en de landerijen werden slechts gedeeltelijk bewerkt. Ook het platteland rondom Oldenzaal lag er “woest” en verlaten bij. Oldenzaal was in 1597 weer door de Staatse troepen van Oranje op de Spanjaarden veroverd, waardoor de Spaanse troepen geen uitvalsbasis meer hadden in Twente.

De oorlog tegen de Spanjaarden eiste veel van de mensen en de kosten van de oorlogsvoering waren hoog. Ook de Staten van Overijssel moesten hierin bijdragen. Zij verhaalden deze kosten op de ingezetenen, dit gebeurde ook in het jaar 1601. In dit jaar werden per richterambt lijsten opgesteld van boerderijen met hun grondbezit. Voor ieder “mudde” land (0,53 ha) moest 15 stuivers betaald worden. Op de lijst van het richterambt Oldenzaal, waaronder Beuningen viel, werd geen boerderij met de naam “Crabbe” of “Krabbe” vermeld.

Na afloop van de Tachtigjarige Oorlog begon er een periode van rust en opbouw, die helaas maar kort duurde. 1672 wordt het rampjaar genoemd, door alle invallen van de Fransen en de troepen van de bisschop van Munster. In 1674 bezette Bernard van Galen, Bisschop van Munster, heel Twente en ook Oldenzaal en Losser werden niet gespaard. In de omgeving vonden veel plunderingen plaats en ook moest men bijdragen in de kosten van het leger van Munster.

Nadat de troepen vertrokken waren, moesten heel wat boerderijen weer opnieuw opgebouwd worden. Ook in de omgeving van Oldenzaal was dit het geval. Dit gaf veel problemen omdat er nog maar weinig hout te vinden was in Twente.

Het vuurstedenregister van 1675 vermeldt de naam Crabbe drie keer. Eén ervan in het buurschap Beuningen. Crabbe wordt hier vermeld als kotter en brinkzitter en had één schoorsteen. De boer was zelf eigenaar van de katerstede. Het vuurstedenregister is een lijst, waarin het aantal schoorstenen, ovens en brouwketels per woning vermeld staan. Hierover moet men in 1675 20 stuivers per vuurstede (=stookplaats) betalen. De eigenaar en pachter moeten ieder de helft betalen. Ook in 1682 wordt een Crabbenhuijs in Beuningen vermeld met één oven ingeslagen.

Naast het vuurstedenregister van 1675, wordt er in hetzelfde jaar een register hoofdgeld aangelegd. Hierin staan alle bewoners en oudere kinderen vermeld. In Beuningen vinden we de naam Crabbe niet in het register. Dit kan betekenen dat zij op dat moment erg weinig verdienden en zelfs onder de armoedegrens vielen.

Ook in het Markeboek van Beuningen, dat in 1684 begint, vinden we in het jaar 1685 de naam “Crabbe”, In dit Marke werden alle rechten en plichten van de inwoners van de “Marke” opnieuw op papier gesteld. Waarschijnlijk waren er tijdens de oorlogen papieren zoekgeraakt en het was goed om alle rechten vast te leggen. Een Marke was een afgebakend grondgebied, waar de grond gedeeltelijk in particulier bezit was en het andere deel in gemeenschappelijk bezit. Dat waren de zogenaamde “woeste” gronden, de gebieden die nog niet in cultuur gebracht waren. Daarnaast moesten de inwoners van de Marke de wegen, bruggen en waterwegen gezamenlijk onderhouden. De Marke inde ook belastingen die de provinciale overheid oplegde. Hiervan werden diverse registers bijgehouden.

 

De onderstaande personen komen we in deze periode tegen in de DTB-boeken rondom Beuningen. Mogelijk hebben ze op de Crabbe / Krabbe gewoond.


Gebbeken KRABBEN..

Ondertrouwd 00 ‑12‑1642 te Oldenzaal. De eerste proclamatie is op 3de Advent 1642. Jacob is borger uit Oldenzaal en Gebbeken komt uit Beuningen. Gehuwd voor de kerk 00‑12‑1642 te Oldenzaal (NDG). De copulatie was op de maandag na Kerst 1642. Echtgenoot is Jacob ENXSINGH.

Uit dit huwelijk:

1. Fenneken ENXSINGH, geboren 1643 te Oldenzaal.

2. Lambert ENXSINGH, geboren 1646 te Oldenzaal.

 

Lambert KRABBE.

Ondertrouwd op 01‑11‑1674 te Denekamp (RK) met Trijne ter DYRSTELHUYS.

 

Lambert KRABBEN.

Kind:

1. Albert KRABBEN, gedoopt (NDG) op 19‑12‑1675 te Denekamp.

 

Lamberts KRABBEN.

Kind:

1. Tr.... KRABBEN, gedoopt (NDG) op 21‑09‑1675 te Denekamp.

 

Jan Lambertsen KRABBE.

Ondertrouwd op 17‑03‑1711 te Denekamp. Beiden komen uit Beuningen. Echtgenote is Fenne WIJFFERINKS

 

Geese Lambertsen KRABBE.

Ondertrouwd op 23‑03‑1723 te Denekamp. Beide echtelieden komen uit Beuningen. Echtgenoot  is Arend Janssen ENGBERTS.

 

In 1694 gaat het al iets beter. Crabbe uit Beuningen betaalt dan voor de “Accijnzen voor zout en zeep”, de waarde van zijn bezittingen is 500 gulden. In 1720 en de daaropvolgende jaren betalen de bewoners ook voor de “Verponding en contributie” een bijdrage. Wie van de bovenstaande personen echt op de Crabbe / Krabbe woonde is niet bekend.

Lambert Krabbe, de stamvader van Lambertus Gerhardus Krabbe, en Jenne Damhuijs wonen er zeer waarschijnlijk vanaf 1746. Zij staan in 1748, nog zonder kinderen, vermeld bij de volkstelling die in dat jaar gehouden werd. Bij deze telling werden alle erven, katersteden, woningen en hutten opgeschreven samen met de namen van de bewoners, hun kinderen, de knechten, meiden en kostgangers.

 

De volgende drie generaties Krabbe woonden in Beuningen op de Krabbe:

A. Lambert KRABBE, geboren voor 1729.

Gehuwd voor de kerk op 21‑11‑1746 te Denekamp (RK) met Jenne DAMHUIJS (Janne), geboren voor 1729, dochter van onbekend.

Uit dit huwelijk:

1.              Lambert Jan KRABBE, zie B.

2.              Gertrudis (Geertruid) KRABBE (Geertjen), landbouwster, gedoopt (RK) op 09‑01‑1753 te Denekamp, overleden voor 1802 te Losser/de Lutte.

Ondertrouwd op 20‑04‑1783 te Oldenzaal, gehuwd op 30‑jarige leeftijd op 04‑05‑1783 te Oldenzaal, gehuwd voor de kerk op 04‑05‑1783 te Weerselo (RK) met Bernardus (Berend/Bernard) GIESSELINK (Gi(e)sselman), 20 jaar oud, landbouwer, geboren te Losser/de Lutte, gedoopt (RK) op 30‑09‑1762 te Weerselo, overleden op 11‑04‑1830 te Losser op 67‑jarige leeftijd.

 

Na het overlijden van zijn ouders blijft de oudste zoon Lambert Jan boeren op de Krabbe.

 

B. Lambert Jan KRABBE, landbouwer, gedoopt (RK) op 05‑10‑1750 te Denekamp, overleden voor 22 - 06-1801 te Losser.

Gehuwd voor de kerk voor 1780 met Aleidis HOLST (groote Hulst), landbouwster, gedoopt (RK) op 03‑01‑1760 te Denekamp, overleden op 19‑12‑1837 te Losser op 77‑jarige leeftijd, dochter van Herm GROOTE HULST (Harmen), landbouwer, en Euphemia (Fenne) LOOHUIJS (Lomans/Euphemia Jarnink), landbouwster.

 

Uit dit huwelijk:

1.              Joannes KRABBE (Jannes), landbouwer(1822), geboren te Losser, gedoopt (RK) op 26‑12‑1779 te Denekamp, overleden op 07‑01‑1849 te Losser op 69‑jarige leeftijd.

Gehuwd op 42‑jarige leeftijd op 15‑05‑1822 te Losser met Margaretha HÖPINK (Heupink), 27 jaar oud, landbouwster(1870), geboren te Losser, gedoopt (RK) op 11‑07‑1794 te Denekamp, overleden op 18‑02‑1870 te Losser op 75‑jarige leeftijd, dochter van Gerardus Joannes (Gerrit Jan) HÖPINK (Heupink), landbouwer, en Johanna OLTHUIS, landbouwster.

2.              Fenneke (Venne) KRABBE (Euphemia), zie C.

3.              Gerardus Joannes KRABBE (Gerrit Jan), landbouwer(1849), gedoopt (RK) op 09‑11‑1784 te Denekamp, overleden op 15‑01‑1857 om 14.00 uur te Losser op 72‑jarige leeftijd.

                 Gehuwd op 28‑jarige leeftijd op 24‑09‑1813 te Oldenzaal met Alijda LUTKE HOLS

                 (Kleine Hulst/Smellink), 21 jaar oud, gedoopt (RK) op 31‑01‑1792 te Weerselo, overleden op 09‑10‑1850 te Losser op 58‑jarige leeftijd.

4.              Hermannus Joannes (Harm Jan) KRABBE, klompenmaker(1834)/landbouwer/winkelier(1848), gedoopt (RK) op 23‑09‑1787 te Denekamp, overleden op 29‑04‑1870 te Weerselo op 82‑jarige leeftijd.

                 Gehuwd op 46‑jarige leeftijd op 19‑07‑1834 te Weerselo met Geertrui KUIPERS, 30 jaar oud, landbouwster, geboren op 13‑05‑1804 te Tubbergen, overleden op 24‑06‑1880 te Weerselo op 76‑jarige leeftijd.

5.              Anna Maria KRABBE (Maria), dienstmaagd/landbouwster, geboren te Losser, gedoopt (RK) op 08‑08‑1790 te Denekamp, overleden op 29‑10‑1862 te Weerselo op 72‑jarige leeftijd.

                 Gehuwd op 33‑jarige leeftijd op 22‑04‑1824 te Weerselo met Hendrik TIJDHOF (Oonk), 28 jaar oud, boerenknecht/wever/landbouwer, gedoopt (RK) op 29‑09‑1795 te Rossum.

 

  6. Lambertus Johannes (Lambert Jan) KRABBE, landbouwer, klompenmaker, geboren te Beuningen/Losser, gedoopt (RK) op 13‑12‑1792 te Denekamp, overleden op 21‑03‑1826 te Losser op 33‑jarige leeftijd.

 

 

Gehuwd op 31‑jarige leeftijd op 21‑05‑1824 te Losser met Johanna KORTHUIS, 24 jaar oud, dienstmaagd en landbouwster, geboren te Volthe/Weerselo, gedoopt (RK) op 08‑10‑1799 te Rossum/Weerselo, overleden na 1825.

 

 

Lambert Jan overlijdt al jong. Zijn vrouw hertrouwt niet en blijft met haar kinderen op de Krabbe wonen. Het is niet duidelijk waarom niet de oudste zoon Johannes, maar de oudste dochter Fenneke na haar huwelijk op de Krabbe blijft wonen. Haar echtgenoot Johannes Brakink gaat zich ook Krabbe noemen. Of soms Brake op de Krabbe.

 

C. Joannes (Jannes) BRAKINK (Krabbe/Braake), landbouwer/bouwman, geboren ongeveer 1769 te Losser/Beuningen, overleden op 30‑04‑1846 te Losser.

Ondertrouwd op 28‑02‑1806 te Oldenzaal, gehuwd voor de kerk op 22‑03‑1806 te Denekamp (RK) met Fenneke (Venne) KRABBE (Euphemia), 24 jaar oud, gedoopt (RK) op 09‑11‑1781 te Denekamp, overleden op 27‑04‑1848 te Losser op 66‑jarige leeftijd, dochter van Lambert Jan KRABBE, landbouwer, en Aleidis HOLST (groote Hulst), landbouwster.

Uit dit huwelijk:

1.              Helena KRABBE (Brakink), spinster, geboren te Losser/Beuningen, gedoopt (RK) op 17‑07‑1809 te Denekamp, overleden op 10‑03‑1886 te Losser op 76‑jarige leeftijd.

2.              Gerrit Jan KRABBE (Brakink/Braake), landman, geboren op 12‑11‑1811 te Weerselo, gedoopt (RK) op 13‑11‑1811 te Denekamp, overleden op 17‑05‑1853 te Losser op 41‑jarige leeftijd.

3.              Hendrika KRABBE, landbouwster, geboren op 16‑09‑1815 te Oldenzaal, overleden op 11‑02‑1849 te Losser op 33‑jarige leeftijd.

                 Gehuwd op 27‑jarige leeftijd op 13‑09‑1843 te Losser met Lambertus Joannis   JUNINK (Lambert Jan), 40 jaar oud, landbouwer, geboren op 03‑09‑1803 te Losser, overleden op 03‑04‑1882 te Losser op 78‑jarige leeftijd.

 

 Na het overlijden van zijn ouders boert Gerrit Jan verder op de Krabbe. Hij overlijdt ongehuwd in 1853. Zijn oudste zus is ook ongehuwd en zijn jongte zus is al overleden. Een aantal familieleden verkopen de inboedel van de katerstede in augustus 1853 op een veiling.

 

 

De Krabbe wordt verkocht aan Jan Hendrik Groeneveld. Deze familie blijft bijna 150 jaar op de Krabbe wonen.

 

D. Jan Hendrik GROENEVELD, geboren ongeveer 1817 te Denekamp. Ouders: Jannes/Joannes Groeneveld en Christina Haamberg. Gehuwd op 09‑06‑1842 te Denekamp met Johanna KRAKE, geboren ongeveer 1814 te Denekamp.

Uit dit huwelijk:

1.              Johannes Hendrikus GROENEVELD, geboren ongeveer 1845 te Denekamp.

                 Gehuwd op 24‑04‑1869 te Denekamp met Geertruid DIJKMAN, geboren ongeveer 1841 te Denekamp.

2.              Hendrikus Johannes GROENEVELD, geboren ongeveer 1847 te Denekamp.

                 Gehuwd (1) op 21‑04‑1883 te Denekamp met Hendrika OLDE HANTER, geboren ongeveer 1849 te Losser.

                 Gehuwd (2) op 21‑07‑1888 te Losser met Maria OLDE WIVERINK, geboren ongeveer 1858 te Losser.

3.              Hendrikus GROENEVELD, zie E.

4.              Gezina GROENEVELD, dienstmeid, geboren op 05‑04‑1853 om 04.00 uur te Denekamp. Geboren in Lattrop, overleden op 24‑11‑1923 te Losser op 70‑jarige leeftijd.

                 Gehuwd op 36‑jarige leeftijd op 03‑05‑1889 te Losser. Echtgenoot is Gerardus KRABBE, 32 jaar oud, landbouwer, geboren op 5‑02‑1857, overleden op 23‑12‑1936 te Losser op 79‑jarige leeftijd, zoon van Johannes KRABBE, akkerbouwer, en Geertrui ALBERINK.

5.              Gerardus GROENEVELD, geboren ongeveer 1856 te Losser.

                 Gehuwd op 31‑10‑1887 te Losser met Geziena TIJHUIS, geboren ongeveer 1859 te Denekamp.

 

 

De derde zoon blijft op de Krabbe wonen. Ook nu weer is de reden onduidelijk. Waren de twee oudsten al het huis uit en boer op een andere boerderij? Of misschien omdat Hendrikus met een Krabbe trouwde?

 

E. Hendrikus GROENEVELD, landbouwer, geboren op 08‑06‑1851 te Denekamp. Overleden voor 1931.

Gehuwd op 36‑jarige leeftijd op 20‑01‑1888 te Losser. Echtgenote is Johanna KRABBE, 23 jaar oud, geboren op 31‑08‑1864 te Losser, overleden op 06‑10‑1930 te Losser op 66‑jarige leeftijd. Dochter van Johannes KRABBE, schoenmaker, en Johanna KORTMAN.

Uit dit huwelijk:

1.              Hendrik GROENEVELD, zie F.

2.              Johanna Maria GROENEVELD, geboren op 30‑12‑1889 te Losser.

                 Gehuwd op 25‑jarige leeftijd op 30‑04‑1915 te Losser met Gerardus Johannes ROESTHUIS, geboren ongeveer 1880 te Weerselo.

3.              Gezina Johanna GROENEVELD, geboren op 03‑03‑1893 te Losser.

                 Gehuwd op 28‑jarige leeftijd op 26‑04‑1921 te Losser met Antonius Hendrikus EIDHOF, geboren ongeveer 1893 te Tubbergen.

4.              Gerhardus Johannes GROENEVELD, geboren op 02‑06‑1895 te Losser.

5.              Maria Geertuida GROENEVELD, geboren op 07‑03‑1898 te Losser.

6.              Geertruida Maria GROENEVELD, geboren op 26‑10‑1900 te Losser.

7.              Aleida Geertruida GROENEVELD, geboren op 23‑09‑1903 te Losser.

8.              Bernardus Johannes GROENEVELD, geboren op 21‑06‑1906 te Losser.

 

Daarna woonde zijn oudste zoon op de Krabbe. De laatste Groeneveld die op de Krabbe woonde was Hendrikus Gerhardus met zijn gezin. Geen van zijn drie kinderen wilde op de boerderij aan de Paandersdijk wonen.

 

F. HendrikGROENEVELD, geboren op 14‑12‑1888 te Losser, overleden op 12‑08‑1967 te Losser op 78‑jarige leeftijd.

Gehuwd op 37‑jarige leeftijd op 19‑10‑1926 te Losser met Johanna MEENHUIJS, 30 jaar oud, geboren op 11‑02‑1896 te Tubbergen. Overleden op 09‑01‑1986 te Denekamp op 89‑jarige leeftijd.

Uit dit huwelijk o.a.:

1.              Hendrikus Gerhardus GROENEVELD, ambtenaar/uitvoerder gemeente Losser, geboren te Losser.

                 Gehuwd op 30‑jarige leeftijd te Losser met Maria Geertruida Arnolda van HAREN, 26 jaar oud, geboren te Grave.

 

 

Eind jaren 90 van de vorige eeuw verkocht hij de Krabbe aan Herman Finkers. Deze heeft het pand afgebroken en met het oude materiaal iets verder van de weg een nieuw huis laten neerzetten.